Ambitieuze plannen voor de benedenstad

De Leuvense Benedenstad – het brede gebied rond de oevers van de Dijle en de eerste stadsomwalling in de binnenstad – gaat de komende jaren drastisch veranderen: de Dijle komt weer in het straatbeeld, twee grote nieuwe parken zullen het leven in de stad nog aangenamer maken en er verrijzen verschillende nieuwe gebouwen waar wonen, werken en ontspannen centraal staan. Op 15 juni organiseerde de stad een infodag met een parcours dat ook over de Hertogensite liep en vele kijklustigen aantrok.

Nieuwe Benedenstad in stroomversnelling

De Benedenstad krijgt stilaan een ander uitzicht. Woonprojecten als ‘Barbarahof’ en ‘Janseniushof’, de verhuis van de meeste ziekenhuisfuncties naar Gasthuisberg en de invoering van het circulatieplan hebben de werking van dit deel van binnenstad al sterk beïnvloed. “Maar de komende maanden en jaren schakelen we een versnelling hoger. De allesoverheersende ziekenhuistoren verdwijnt, historische gebouwen krijgen een nieuwe bestemming en de Benedenstad verandert in een autoluwe stadswijk met veel groen en water, een aantrekkelijk publiek domein en aangename stedelijke en culturele activiteiten voor iedere Leuvenaar”, aldus schepen van ruimtelijk beleid en gebiedscoördinatie Carl Devlies. Daar is hard over nagedacht. De stad coördineert het hele project zodat alle overheidsdiensten en private ontwikkelaars vlot kunnen samenwerken en elkaar versterken.

Dijle en erfgoed als basis

Zo vormt de Dijle al enkele jaren de basis van de Leuvense herontwikkeling, denk maar aan de Vaartkom en de Dijleterassen aan het SLAC. Ook voor de Benedenstad is water de ‘blauwe draad’ doorheen de plannen en zal het de stad sterk verfraaien: het wordt aangenaam vertoeven langs de opengelegde Dijle, de Aa (een zijarm van de Dijle) of op de Vismarkt en omgeving, waar water meer zichtbaar zal zijn.

Erfgoed is een tweede pijler waarop onze stadsontwikkeling berust. De Benedenstad telt heel wat oude, leegstaande complexen, zoals kloosters, kerken, afgeleefde universiteitsgebouwen ... . “Erfgoed maakt een volwaardig deel uit van onze stad, deze waardevolle gebouwen hebben een grote meerwaarde. We beschouwen ze niet als last voor de herontwikkeling, noch als onaantastbare heilige gralen. We gaan uitvoerig na of en welke nieuwe rol ze anno 21ste eeuw voor onze stad kunnen vervullen,” aldus schepen Devlies. “Zo transformeert de kapel in Burenberg – de voormalige Accosite – in een sociaaleconomisch restaurant, het instituut Maisin krijgt een plekje in een woonzorgcentrum, de Sint-Jacobskerk wordt gestabiliseerd en krijgt een nieuwe functie, de voormalige ambassadewoning Den Blauwen Oijvaert dient als kantoorruimte enzovoort. Al deze erfgoedgebouwen geven de Benedenstad haar unieke karakter, daarom investeren zowel de stad als de privépartners graag in deze eerder complexe projecten.”

Levendige Podiumkunstensite

Ook in het podiumkunstenverhaal is het verleden nooit veraf. Met de herontwikkeling van historische kleppers als de Predikherenkerk en de Romaanse Poort – een voormalig klooster – krijgt het hele gebied een culturele boost in een geschiedkundige setting. “Het nieuwe Podiumkunstengebouw bouwt verder op de historische stedelijke structuur. Door de specifieke inplanting, de daken en de verbindingen versmelten oud en nieuw tot één geheel. We maken er een echte ontmoetingsplek van, waar alle Leuvenaars graag komen. De multifunctionele ruimtes in het gebouw maar ook de pleintjes errond zullen ervoor zorgen dat buurtbewoners, verenigingen, blokkende studenten, shoppers, ..  er de ruimte vinden om te ontspannen”, vertelt schepen van stadsgebouwen Lalynn Wadera.

Groene zuurstof

Niet alleen architecturaal zal dit stadsdeel er over tien jaar helemaal anders uitzien. Bewoners en bezoekers zullen er van een pak meer groen kunnen  genieten. Het park op de Hertogensite zal indrukwekkend zijn. Op de plaats van de huidige parking komt een groot groen park van 1 ha met overstroombare oevers, veel bomen en wandel- en fietspaden. Ook het nieuwe park op de Accosite, de uitbreiding van het Bruulpark, de vergroening van pleinen zoals de Vismarkt en van de Dijle-oevers, extra straatbomen, … zullen groen en rust brengen. “De stad kleurt anno 2030 veel groener, ook in het historisch centrum dus. Want ook in de Benedenstad, met zijn vele gebouwen en erfgoed, scheppen onder andere parken, bomen, geveltuinen en groendaken verkoeling, rust en zuurstof”, zegt schepen Lalynn Wadera. Zoals in de rest van Leuven is ook hier de organisatie van het verkeer essentieel om alles aangenaam en leefbaar te houden.

Mobiliteit als basis voor een leefbaar stadsdeel

“Fietsers en voetgangers voelen zich dan ook welkom in de hele Benedenstad. Met de heraanleg van de Vismarkt wordt de hele omgeving autovrij en autoluw. Sluipverkeer valt weg waardoor er ruimte vrijkomt voor bewonersparkeren. Bezoekers die met de wagen komen, kunnen in de toekomstige Parking Benedenstad terecht. Daar tref je ook een grote fietsenstalling en heel wat vormen van deelmobiliteit,” vervolgt schepen van mobiliteit David Dessers. Er is uiteraard ook veel aandacht voor goed openbaar vervoer, met een nieuw tracé en op termijn een autonome busshuttle.